OPENINGSTOESPRAAK / Andre Dekker

Uitgesproken op 20. 2. 1994

Arnold Schalks, 1994, Weser Bootschap (Krant voor het Rijn-Weser gebied), Weser Bootschaft (Zeitung für das Weser-Rhein Gebiet), Rederij Schalks (vertalingen), Reederei SCHALKS (Übersetzungen), tentoonstelling en krant, Ausstellung und Zeitung, Horst Griese, Galerie im KünstlerHaus am Deich, Bremen, Ove Lucas, Koor en Hans, Wim Konings, Andre Dekker, Regina Sasse, Burkhard Straßmann, die tageszeitung, Thomas Wolff, Weser Kurier, Volker Junck, Radio Bremen II, Turtle Movies, Radio Bremen TV, Neues Museum Weserburg, Centrum Beeldende Kunst Rotterdam

Het doet mij genoegen u te kunnen mededelen, dat Frau Weser akkoord gaat met de doorsnijding van haar oppervlak tussen museum en galerie. Met een paar tedere golfslagjes zei ze: 'Het verheugt me zeer, na zovele jaren weer eens met iemand te praten.' Ze vertelde, dat ze, sinds de uitvinding van de stoom- en motorschepen, er maar het liefst het zwijgen toe heeft gedaan. Vroeger praatte ze graag met de mensen op het water, maar door het lawaai is een aangename conversatie hedentendage gewoonweg ondoenlijk. Eigenlijk haat ze de taal, die de motorschepen haar dwingen te spreken. Ze mummelt een beetje voor zich uit en niemand luistert naar haar. Ze is zelfs een beetje doof geworden, en door het gebrek aan oefening is ze niet meer zo goed thuis in onze taal. Toen ik haar vertelde, dat deze boot tevens werd uitgerust om taalkundig over te zetten, te vertalen, was ze heel enthousiast. U heeft wel gezien hoe de boot schommelde. Zonder aarzelen bood ze aan, haar archaïsche taalkennis aan dit veer tussen de Nederlandse en de Duitse taal ter beschikking te stellen. Ze kan zich de tijd nog herinneren, toen de verschillen tussen de talen nog kleiner waren dan ze nu zijn.

Ze denkt met plezier terug aan de tijd, dat de mensen op het voordek lagen en met haar spraken. (Ze spreekt niet alleen met het ruisen van haar golven. Ook de slagen van de riemen, het gekabbel tegen de bootsflanken en het gelispel aan de voor- en achtersteven stellen haar in staat uitdrukking te geven aan de meest uiteenlopende zegswijzen.) Zoals gezegd werden de gesprekken toen nog niet gestoord door motorlawaai. Vroeger kwam het gesprek nogal eens op de fijnzinniger zaken in het leven: Aan de achtersteven vertelde ze me over de vele gedichten die aan haar zijn gewijd, en met melancholiek gespat herinnerde ze zich de dag dat Venus werd geboren. Aan de voorplecht werd ze wat vrolijker toen de vissers, die haar altijd zeer dankbaar waren geweest, ter sprake kwamen. Op passende wijze deden de boeggeluiden verslag van de klaagzang van de wasvrouwen en het spelen der kinderen. Soms spetterden de roeispanen. Dan kon zij haar woede over onderzeeërs niet verzwijgen. Die onruststokers ontzegt zij de toegang tot haar diepten.

Toen ze een beetje tot rust was gekomen, en toproeier Wim Konings met een krachtige en superieure stijl de veerboot naar de oever roeide, had ik de gelegenheid om aan de stille zijde van de boot met haar over het concept van Reederei SCHALKS te spreken. We legden aan. Frau Weser werd er stil van. Ze was merkbaar onder de indruk. Ze zei: 'Deze gedachtenvloed maakt me sprakeloos.' Bij het uitstappen kwam ze weer bij zinnen. Ze fluisterde, dat ze de rederij en haar klanten met heel haar drijfvermogen en spraakwater bij zal staan. Ze wenst hen een behouden vaart!