VOORSTEL VOOR EEN RUIMTEWANDELING
De kinderen verzamelen zich op de binnenplaats bij de voordeur van de villa.
De blinde man (Jürgen Fietze) beklimt (onzichtbaar voor de kinderen) met behulp van een aan de straatzijde geplaatste ladder de muur die de binnenplaats van de van de Mathenesserlaan scheidt.
(Jürgen draagt vier jassen over elkaar, heeft een donkere zonnebril op en een (blinden)wandelstok in de hand).
Met het getik van zijn stok tegen de zijkanten van de muur trekt hij de aandacht. Schoorvoetend, met moeite zijn evenwicht bewarend, legt hij de afstand over de muur af tot een aan binnenplaatszijde opgestelde ladder. Daar gekomen daalt hij de ladder af. Jürgen haalt een flacon uit zijn jaszak, neemt een slokje van de inhoud (brandstof) en ontsteekt vuurspuwend een bij de muur opgestelde fakkel of geprepareerde kaars. Met de kaars/fakkel in de ene en de blindenstok in de andere hand begeeft hij zich naar de ingang van het gebouw.
Door middel van de stok test hij de stabiliteit van de, in de hal gearrangeerde, deels wankelende stoeptegels (ritmische improvisatie mogelijk). Hij stapt op een vaste tegel de 'Tijdruimte' in.
Jürgen verdwijnt in de garderobe, de ruimte direct links in de hal. Hier bevindt zich de meterkast. Hij schakelt het licht in de villa aan, zet zijn zonnebril af en blaast de kaars uit. Vervolgens begeeft hij zich naar de 'machinekamer', waar hij met een grote hefboom het 'uurwerk' in beweging zet. Aan de roterende kapstok hangt hij zijn wandelstok en zijn drie jassen (of andersom).
(Jürgen draagt daaronder een kamerjas. Om zijn hals hangt een ketting waaraan een kartonnen zon is bevestigt. In het midden van de zon brandt een fietslampje. )
Uit de zakken van zijn kamerjas haalt hij drie als planeten beschilderde ballen tevoorschijn waarmee hij korte tijd jongleert zonder de kinderen op te merken. Hij werpt de drie 'planeten' in een openstaande, in de 'machinekamer' geplaatste centifuge. Hij sluit het deksel (het apparaat begint te bibberen), plaatst een glazen karaf onder de watertuit en stelt een kookwekker in op ... minuten.
Inmiddels, in de hal, heeft Hans op de accordeon een ritme ingezet.
Jürgen verlaat de 'machinekamer' en bestijgt de trap. De kinderen volgen hem (hij wenkt hen mee te komen?).
Tijdens het bestijgen van de trap ontwikkelt de aanvankelijk ritmische begeleiding zich tot een melodie.
Op de eerste verdieping gekomen loopt Jürgen de 'Gehoorzaal' binnen met de schommels en bootjes. Hij controleert de opstelling, hijst een zeiltje, blaast voor de wind en slingert een schommelzitje. Hij neemt de situatie in ogenschouw.
Onzichtbaar voor de kinderen neemt de man met viool (Paul van Soest) plaats in de erker van de 'Gehoorzaal'. Hij trekt de aandacht, door zijn muziekstandaard te laten vallen. Paul doet zijn viool-act:
(Paul is gekleed in een 'ruim' pak, draagt een vioolkoffer en een muziekstandaard.)
Paul moet bij de voorbereidingen voor zijn 'vioolrecital' voortdurend slag leveren met zijn rekwisieten.
Enkele malen onderbreekt Paul zijn bezigheden omdat (vanaf de begane grond) flarden muziek klinken, voortgebracht door de zangeressen Renate Germer en Cora Schmeiser.
Als Paul er uiteindelijk in slaagt alles op orde te krijgen en iedereen zich instelt op vioolklanken, slingert hij een miniscuul speeldoosje aan dat op de klankkast is gemonteerd: het speelt "Over the rainbow"
Het geluid van het speeldoosje wordt op een gegeven moment overstemd door het geluid van de zangeressen, die zich nu duidelijk waarneembaar op de benedenverdieping bevinden.
Paul laat zijn rekwisieten achter en spoedt zich naar beneden.
In een vensterbank op de tweede verdieping staat een meisjesmatroos (Landa van Vliet). Zij spreekt de woorden: 'Zeg bal, / je moet bal zeggen!'. Zij draagt een deel van het gedicht 'Man & dolphin / mens & dolfijn' van Hans Faverey voor.
Jürgen beklimt de laatste trap. De melodische begeleiding van de accordeon wordt langzamerhand van woorden voorzien.
Op de bovenverdieping worden de kinderen opgewacht door de gemaskerden (Geerten ten Bosch & Harriët van Reek): Zij wenken de kinderen en leiden ze via een laag deurtje in een afgeschot gedeelte van de etage. Als de kinderen hebben plaatsgenomen, voeren Harriët en Geerten een aantal scènes uit hun woordenloze voorstelling 'Ezelkabinet' op. Ruud van der Pluim voorziet de bizarre rituelen van even bizar geluid.
Na afloop van de voorstelling klinkt van beneden het geluid van de kookwekker. Jürgen en gevolg gaan de trappen af en treffen in de 'machinekamer' een met limonade gevulde karaf aan onder de tuit van de centrifuge. Jürgen zet de centrifuge uit en schenkt de limonade in 15 klaarstaande glazen. Hij schakelt het 'uurwerk' uit en verlaat afwezig de villa, de kinderen achterlatend......