DE GEDACHTENGANG VERWOORD / Arnold Schalks

DEFINITIE

Zonnewijzer. Een instrument dat de ware zonnetijd aangeeft: Een staaf werpt haar schaduw op een vlak. De plaats van de schaduw geeft, aan de hand van een op dat vlak aangebrachte schaalverdeling, de tijd aan. De zonnewijzer maakt de dagelijkse omloop van de aarde ten opzichte van de zon afleesbaar.

 

VERBEELDING

Omdat de zonnewijzer de relatieve beweging van hemellichamen zichtbaar maakt, stel ik voor om een planetarium te maken. Een constructie waarin mijn representatie van de zon een centrale positie inneemt en de omloopbaan van mijn interpretatie van de aarde wordt nagebootst. Omdat ik geen stijf geregisseerd mechaniek wil, zoek ik naar een beweeglijke kapstok voor mijn ideeën. Een mobile lijkt me een geschikt medium voor het vrijzinnige universum dat mij voor ogen staat. Ik zoek naar voorwerpen, waarmee de begrippen zon en aarde kunnen worden voorgesteld. Vanwege de vorm- en naamverwantschap met de respectievelijke hemellichamen besluit ik, dat de zonnebloem de rol van de zon mag spelen, voor de rol van de aarde wordt de aardappel 'gecast'.

 

RUIMTEVAART

Toen ik het woord zonnewijzer voor de eerste keer in het woordenboek opzocht, was mij het daarop volgende zonnewind opgevallen: Een tot de verbeelding sprekende term. Ik stel me de aarde voor als zeilschip dat, op zijn race door het heelal, éénmaal jaarlijks een lichtboei rondt. Juist! Een mast, een giek, schoten en een zeil moeten er komen. Mijn aarde: een getuigde Eigenheimer op de ruime vaart. Het merkwaardige ensemble wordt aan de desbetreffende draaiarm van het mobile gehaakt. Maar wie aarde zegt, behoort ook maan te zeggen, geen a zonder b. De maan is immers de eeuwige tweede van de aarde. Wordt de metafoor doorgedacht, dan moet de maan het volgbootje van schip aarde zijn. Vanaf het achterdek van de 'Terra' wordt reeds een lijn uitgeworpen. Waarnaar? Moment alstublieft! De maan: Een kille steenklomp met een diep gegroefd oppervlak, waarvan slechts de helft ons bekend is. Een sjofele notedop, meegesleurd in het kielzog van zijn sjiekere begeleider. Wat beantwoordt aan de zojuist gegeven profielschets? Een walnotedop! Rats, open die zak! Ik kraak een noot, eet de inhoud en hang een halve dop ondersteboven op zijn plaats in het mobile. Opdat de maan nog menige toekomstige geest van voedsel voorziet, storten we de dop vol maanzaad. De bemanning kan de lijn overgooien!

 

Arnold Schalks, 2000, Kosmobiel, educatief tentoonstellingsproject en publicatie, zonnewijzer, planetarium, Stedelijk Museum Vianen, reizend educatief tentoonstellingsproject, Karola Pezzaro, Wilma Kuil, slot Batenstein, Graven en bewaren, wat vertelt een voorwerp? museum De Zwarte Tulp Lisse, Augustijn Culturele videoproducties, Kunstgebouw, stichting kunst & cultuur, Zuid-Holland

 

PLAATSING

We hebben een eenvoudig zonnestelsel met als centraal object de zonnebloem. Om de centrale as draait de arm waaraan de aarde opgehangen is. Het armpje van de maan scharniert natuurgetrouw om de as van de aarde. Het vaste punt, waaraan het mobile zèlf opgehangen moet worden, ontbreekt nog. Ik houd het gevaarte voorlopig wel even met de hand omhoog. Het te hoge plafond biedt geen uitkomst. Als ik de draad tegen de muur houd, wordt het mobile het bewegen belet. Misschien kan een aan de muur geschroefde, haakse steun uitkomst bieden: een ophangarm. Ik kijk naar mijn eigen linkerarm, die even als zodanig dienst doet. De draad van het mobile is een paar slagen om mijn wijsvinger gewikkeld en het uiteinde wordt door mijn duim vastgeklemd. Waarom 'ophangarm' niet letterlijk genomen? Stel je voor: Een kunstarm, als een jachttrofee, horizontaal uitgestrekt aan de muur bevestigd. En diens kunstwijsvinger houdt dan vervolgens het mobile van de wand. Om aan te geven dat de ophangarm niet deelneemt aan de beweging (buiten de tijd staat), geven we hem/haar een wijzerloos polshorloge met een blanco wijzerplaat om. Mag die even eeuwig stilstaan. En die wijsvinger maar naar die zonnebloem wijzen, die voor 'de zon' staat: Een digitale zonnewijzer.

 

Arnold Schalks, 2000, Kosmobiel, educatief tentoonstellingsproject en publicatie, zonnewijzer, planetarium, Stedelijk Museum Vianen, reizend educatief tentoonstellingsproject, Karola Pezzaro, Wilma Kuil, slot Batenstein, Graven en bewaren, wat vertelt een voorwerp? museum De Zwarte Tulp Lisse, Augustijn Culturele videoproducties, Kunstgebouw, stichting kunst & cultuur, Zuid-Holland

 

CENTRALE VAAS

Op welke wijze wordt de zonnebloem in het beeld ondergebracht? Wordt een levende zonnebloem zonder verdere voorzieningen in het centrum van het mobile gehangen, dan zal die snel verwelken. Een kunstbloem ondervangt dit probleem. Het gaat in dit geval echter niet alleen om een praktische, maar ook om een beeldende kwestie. Of een stuurloos bungelende (kunst)bloem-stengel het totaalbeeld verrijkt, valt te betwijfelen. De onderkant van het beeld dient op passende wijze te worden afgesloten. Een bloemsteel hoort in een vaas. Ik knip de draad door die de bloem aan het armatuur bindt en haal een tafeltje. Ik meet de afstand tussen de bovenzijde van het tafelblad en de onderzijde van het mobiel. Ik vul een vaas met water en snijdt de bloemsteel op de zoëven gemeten afstand af. Vervolgens plaats ik het tafeltje met de vaas onder het middelpunt van het mobile. Neem afstand.

 

AFMETINGEN

Het door mij voorgestelde werk bestaat eigenlijk uit drie werken: 1. de muurplaat met ophangarm, 2. het samengesteld mobile, en 3. een meubelstuk waarop de vaas met zonnebloem geplaatst wordt. Hoewel de opstelling enigszins variabel is, verwacht ik dat de afmetingen van het geïnstalleerde ensemble zullen zijn (h x l x b): 180 x 90 x 90 cm.

 

LEVEND OF KUNST

Omdat het voorwerp zonnewijzer naar de 'tijd' verwijst en vergankelijkheid impliceert, gaf ik er aanvankelijk de voorkeur aan om bij het werk gebruik te maken van levend materiaal: een echte zonnebloem en een echte aardappel. Dit betekende dat deze materialen tijdens de tentoonstellingsperiode regelmatig ververst zouden moeten worden. Omdat dit voorstel op onoverkomelijke praktische bezwaren blijkt te stuiten, maak ik gebruik van levensechte kunststof imitaties.

Rotterdam, 27 maart 1998