VOOR MIJ IS DE FLES HALF VOL

Arnold Schalks, 2007-2009, de Surinoemer, publicatie, onafhankelijk nieuwsblad, Wim Pijbes, Kurt Nahar, Steve Ammersingh, Casper Hoogzaad, Thomas Meijer zu Schlochtern, Roddney Tjon Poen Gie, Ravi Rajcoomar, Alida Neslo, Roberto Tjon a Meeuw, Ralph van Meijgaard, Nederlands-Surinaams uitwisselingsproject ArtRoPa, Wansma kondre, Afro-Surinaams cultureel centrum NAKS, Nola Hatterman Art Academy, Tori Oso, Academie voor Hoger Kunst en Cultuur Onderwijs, Instituut voor de Opleiding van Leraren, boekhandel Varekamp, Paramaribo, Centrum Beeldende Kunst Rotterdam, Wim Pijbes, foto: Arnold Schalks

Kunsthaldirecteur Wim Pijbes / foto © Arnold Schalks

Wim Pijbes, sinds 2000 directeur van de Rotterdamse Kunsthal, verbleef van 12 tot en met 19 januari 2008 in Suriname voor een werkbezoek. Hij publiceerde de impressies van zijn eerste verblijf in dit land paginavullend in het Hollands Dagboek van het NRC-Handelsblad. De kop boven zijn bericht: 'Iets klopt hier niet', roept vragen op. De Surinoemer ging op onderzoek uit.

Door onze redacteur Arnold Schalks

Rotterdam, 28 februari 2008

ROTTERDAM - Wat was het beeld dat Wim Pijbes van Suriname had voordat hij vertrok? Pijbes: 'Ik ging er eigenlijk vrij open heen. Ik was wel redelijk pessimistisch moet ik zeggen, in de zin van: daar kan niets, het is corrupt. Ik was al eerder in Zuid-Amerika geweest, in Venezuela, Columbia, dus ik was ook die kant op geweest. Bij Suriname denk je toch veel aan problemen. En dan ga je erheen. Een maand of wat van tevoren koop je wat boeken, je leest je in. Ik kocht de tweede editie van de Geschiedenis van Suriname. Ik kan het iedereen aanraden. Er staat echt veel in en het is redelijk up to date. Het is een hele goede voorbereiding. Het geeft de dilemma's en de steeds terugkerende problemen aan, met name de toch hele kleine bevolking en de geïsoleerde ligging.'

Tijdens de heenvlucht leest Pijbes het rapport van Jan Willem Schrofer over de beeldende kunst in Suriname. Wat is hem daarvan bijgebleven? 'Dat er wel veel mogelijkheden zijn. Suriname is een inspirerend land. Het is een land dat oproept om dingen te maken. Het is een land waar je, althans ik actief van word. Het heeft een vrolijke cultuur, een goede en een productieve cultuur. En er gebeuren wel dingen, maar het is een klein land, het is een handvol mensen. De kritische massa is gewoon te klein.' Maar biedt juist het feit dat het zo klein en overzichtelijk is niet ook weer mogelijkheden? 'Ja, er is heel veel ruimte. Het land heeft een enorme potentie.'

Hoe komt het desondanks, vraagt hij zich in zijn dagboek af, dat een land met enorme landbouwgronden ter hoogte van de evenaar honderden hectares ongebruikt laat liggen? Het kan niet anders, dan dat daar snel verandering in komt. Pijbes: 'Suriname kan, als je het goed organiseert, één van de rijkste landen van de wereld worden.' Om daarvan de mogelijkheden te zien, heb je wel een ander perspectief nodig. 'Het is gemakkelijk om als buitenstaander te zeggen: "Luister eens even, we nemen het land op de schop en zo en zo gaan we dat eens even organiseren." Het is een land met een enorm gemankeerde geschiedenis, met die toestroom van vier continenten: Hindoestanen, Afrikanen, Javanen, Chinezen, Nederlanders, Joden, de inlandse bevolking. En dan ook nog de boel bij elkaar houden. Het is meer de boel úit elkaar houden, anders wordt het een bende. Het is ingewikkeld om daar een gemeenschap van te maken, om daar een 'common sense' voor te hebben. Al die groepen gaan naast elkaar. Ze slaan elkaar niet de kop in, ze gaan wel dezelfde kant op, maar het blijven parallele stromen. Warm, koud, groen, blauw en geel. Er zit niet een mengkraan, waardoor alles bij elkaar komt.'

Maar zou dat mengprobleem niet een generatiekwestie kunnen zijn, dat zich op den duur oplost? 'Nee, dat denk ik niet, maar dat is volgens mij ook niet het grootste probleem. Het grootste probleem is toch de kleine bevolking, die ook nog eens gesegregeerd is. Al die groepen op zich zijn nóg kleiner. Als je over het aantal Creolen of het aantal Hindoestanen, of het aantal Javanen spreekt, heb je het over tienduizenden, honderdduizend man. Daarmee kan je natuurlijk niet iets van de grond tillen.'

Pijbes heeft tijdens zijn bezoek in Paramaribo een galerie en kunstenaars bezocht. Is de Surinaamse beeldende kunst een middel om een brug te slaan tussen die groepen? 'Je kunt je afvragen of er wel een Surinaamse cultuur is. Die is er volgens mij wel, en die bestaat inderdaad uit verschillende smaken. Maar is daar een bindend geheel? Ja vast wel, er zijn wel een aantal overeenkomsten te bedenken. En is dat uit te drukken in beeldende kunst? Ja, zo'n Marcel Pinas doet dat wel op zijn manier.'

Het eigenlijke reisdoel van Pijbes was een bezoek aan het atelier van de in december 2009 tachtig jaar wordende Surinaamse kunstenaar Erwin de Vries. Het contact met de Vries is tot stand gekomen door de Rotterdamse burgemeester Opstelten, die hem in 2007 bezocht en het idee voor een expositie opperde. Pijbes ziet mogelijkheden om een voor de Kunsthal interessante invalshoek te kiezen: 'Erwin de Vries vind ik een typisch Surinaamse kunstenaar. Het werk dat ik van hem gezien heb, dat valt daar op z'n plek. Als ik het daar zie, dan smaakt dat gewoon goed. Als ik het hier zie, dan is het toch van ver. Het is net als wanneer je in Frankrijk een wijn drinkt, die daar goed smaakt. Maar als je hem mee naar huis neemt en je drinkt hem in december, dan denk je: "Is dat het nou?". En dat heb je daar ook. Dan is het toch blijkbaar een gevoel, dat dáár anders beleefd wordt dan hier. Je bent daar ook in een andere setting en stemming.'

Kun je het werk van de Vries dan goed in de Kunsthal laten zien? Is het werk daar dan niet uit z'n context gehaald? 'Ja, het werk wordt redelijk uit z'n context gehaald, zoals dat altijd gebeurt. Als ik hier Rembrandt uit de 17e eeuw laat zien, dan wordt die ook uit zijn context gehaald. Sterker nog, het museum laat in negen van de tien gevallen kunst uit zijn context zien: religieuze kunst, kunst van vroeger. Tenzij het kunst is, die specifiek voor het museum gemaakt is. Maar dat is echt iets van de laatste jaren. De Nachtwacht is niet gemaakt voor het Rijksmuseum.'

Op 8 februari jongstleden maakte het Amsterdamse Rijksmuseum bekend, dat Pijbes is benoemd tot directeur van het Rijksmuseum in Amsterdam. Hij volgt Ronald de Leeuw op, die dan met pensioen gaat. Is er al een opvolger voor de Kunsthal bekend? 'Nee*. Er is wel een idee wat voor soort iemand dat moet zijn. Je moet het goede bewaren. Het gaat goed met de Kunsthal. Ik denk dat het bestuur wil vasthouden aan de koers die destijds door Wim van Krimpen is ingezet en die door mij is verfijnd. Maar de wereld verandert, en de Kunsthal moet zich bijna elke dag de vraag stellen wat haar plek is in dat enorme landschap van tentoonstellingen en musea. Voor Boymans geldt dat bijvoorbeeld minder, want dat heeft een collectie als geheugen, als geweten. Ik ben een gewetenloos instituut.'

Wim Pijbes is op de hoogte van het lopende uitwisselingsproject van Rotterdamse en Surinaamse kunstenaars getiteld ArtRoPa. Thomas Meijer, de organisator namens het Rotterdamse Centrum Beeldende Kunst, polste Pijbes onlangs over de mogelijkheid om dat project in de Kunsthal te presenteren. Is daar al iets over duidelijk? 'Ik wil dus graag Erwin de Vries doen, ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag, en dat zou een goede kapstok kunnen zijn om daarnaast een presentatie te houden. Maar het kan daar ook los van overigens. Ik vind de Kunsthal een plek, waar je dingen kunt laten zien die in de wereld gebeuren, en ik vind dat Rotterdamse dingen een streepje voor hebben. We zijn nu eenmaal een Rotterdams instituut. En juist op het gebied van Rotterdamse hedendaagse kunst, fotografie en design heeft de Kunsthal meer te bieden dan andere instellingen. Rotterdamse kunstenaars kregen en krijgen hier een plek, omdat ze in deze stad geworteld én goed zijn overigens.'
Pijbes treedt op 1 juli in dienst van Het Rijksmuseum. Voor welke termijn heeft hij het tentoonstellingsschema van de Kunsthal al ingevuld? 'We hebben hier vijf tentoonstellingsruimtes en de programmering van met name de grote staat langer van tevoren vast omdat we daarvoor meer geld en een langere voorbereidingstijd nodig hebben. Het programma voor 2008 is rond en voor de eerste helft van 2009 ligt het zo goed als vast. Giacometti komt eraan, in de zomer gaan we Antony Gormley doen en dan een tentoonstelling over de Romeinen. De tweede helft van 2009 is nog zo goed als open. Daar zijn wel plannetjes voor, maar het valt nog te bezien in hoeverre we dat dicht willen timmeren. Vanaf 2010 is het redelijk tabula rasa.'

Tenslotte terug naar Suriname, waar Wim Pijbes Paramaribo-Noord, ofwel de Poederbuurt bezocht. In zijn dagboek schrijft hij: "De bebouwing laat de smaak van de elite zien: Bling Bling Buildings. Ik verwonder me over de talloze SUV's en nieuwste modellen Porsches. Iets klopt hier niet. Er zijn meer dan 15 drukbezochte casino's. Of zijn het wasserettes? De toekomst van dit land is even veelbelovend als ongewis. Ook de enorme Chinese ambassade in aanbouw laat zien dat de wereld kantelt. Nu al nemen overal in de stad Chinezen de handel over."

Pijbes spreekt vervolgens met de schrijfster Ellen Ombre. "Zul je niet al te negatief zijn?" vraagt ze hem bij het afscheid, als hij haar meldt dat zijn dagboeknotities in Nederland zullen worden gepubliceerd. Heeft hij in Suriname dan zo veel negatiefs aangetroffen? 'Ik heb een positief dagboek geschreven. Zo zit ik ook in elkaar. Maar ik had ook een precies 180 graden gedraaid verhaal kunnen schrijven van: "Er komt hier nooit iets van de grond", zo'n verhaal. Ik ben daar neutraal heengegaan. De vraag is of de fles half vol of half leeg is. En voor mij is hij half vol.'

* Inmiddels is er de nieuwe directeur voor de Kunsthal benoemd. Het is Emily Ansenk (1970). Zij maakte de afgelopen jaren naam als directeur van het Scheringa Museum in het Noord-Hollandse Spanbroek.

(bron: 'de Surinoemer', 2e jaargang | No. 3 / pagina 2-3 / 19 mei 2008)