1e BEDRIJF / "Zee"
(fotografie: Rupert Larl)
Daland's schip raakt kort voor het bereiken van de thuishaven verzeild in een heftige storm. Het gaat voor anker bij Sandvik. De stuurman moet de wacht houden.
Stuurman (Peter Sonn): "Mit Gewitter und Sturm aus fernen Meer - mein Mädel, bin dir nah!"
Rekwisieten van Daland en de stuurman: spreekbuis, verrekijkers en bootsmansfluit.
Plotseling duikt een schip met bloedrode zeilen op.
De Hollander (Joachim Seipp)
De kapitein, de Hollander, beklaagt zich over zijn lot: hij is verdoemd om onsterfelijk over de wereldzeeën te dwalen en mag maar eens in de zeven jaar aan land gaan. Alleen als hij daar een vrouw vindt die hem trouw is tot in de dood, kan hij aan zijn lot ontkomen. Alle eerdere pogingen om verlost te worden liepen op niets uit en nu verlangt hij alleen nog naar de Dag des Oordeels, waarop hij door 'eeuwige vernietiging' uit zijn lijden verlost zal worden. De Hollander vraagt Daland om onderdak in zijn huis en biedt hem in ruil daarvoor kostbare schatten aan.
Daland (Michael Dries) en de Hollander: "Blick hin, und überzeuge dich vom Werte des Preises, den ich für ein gastlich Dach dir biete!"
Verheugd over deze goede partij stemt Daland onmiddelijk in om de Hollander zijn dochter als vrouw te schenken. Is zij misschien de engel die hem verlossen kan?
Stuurman en Daland: "...den Eidam wünscht' ich so; und wär' dein Gut auch nicht so reich, wählt ich doch keinen andren."
De sloep van de Hollander