SOMENI TONGO IN WAN
De verschillende sprekers tijdens de eerste repetitie maandag in Naks.-. dWT foto / Werner Simons
door Bonnie van Leeuwaarde
PARAMARIBO - Als alles goed gaat, zal op 22 november uit 48 kelen het gedicht Wan van Dobru weerklinken in zestien talen. Someni tongo heet het project, waarin poëzie en voordracht centraal staan. In de talen Arowak, Aukaans, Chinees, Engels, Frans, Hindi, Ivriet, Javaans, Karina, Libanees, Nederlands, Portugees, Saramakkaans, Sarnami, Spaans en Sranantongo wordt het bekende gedicht van Robin Raveles (1935-1983) voorgedragen.
De Nederlander Arnold Schalks is de initiatiefnemer. Twee jaar geleden kende hij nog geen woord Sranan, maar na een bezoek aan Suriname vorig jaar raakte hij geboeid door de taal. Toen hij het gedicht Wan las, zag hij een opdracht voor zichzelf weggelegd. "De zinsnede someni tongo (Wan bon/someni tongo...red) heb ik als een opdracht genomen: vertaal het in zoveel mogelijk talen die in Suriname worden gesproken. Het is een heel sociaal gedicht, iedereen kan zich er in vinden."
Gelukkig voor hem was de R. Dobru Raveles Stichting, waarvan weduwe Yvonne Raveles-Resida, bereid mee te helpen. Daarna kwam het project in een stroomversnelling terecht en kan Schalks rekenen op hulp van onder anderen cultuurkenner Henk Tjon, schrijfster Ismene Krishnadath, theatermaakster Alida Neslo, dirigent Eldridge Zaandam, Tolin Alexander, percussionist Ernie Wolf, Mandarijnspreker Daning Chen en personen van Cultuurstudies. De vooruitzichten zijn goed, maar het werk is pas voor de helft af. Voor tien talen heeft hij al voldoende sprekers, voor Portugees, Frans, Saramakkaans, Javaans, Arowak en Libanees worden nog sprekers gezocht. "De meeste tijd gaat dan ook zitten in het vinden van mensen", zegt Schalks.
Het project neemt de vorm aan van een simultane voordracht van de verschillende vertalingen in de openbare ruimte. Bij de uitvoering wordt, net als bij een regulier concert, gebruik gemaakt van een partituur en partijen. De voordracht bestaat uit vijf delen, waarin de zeventien vertalingen van het gedicht zodanig worden gearrangeerd, dat het thema "eenheid in verscheidenheid" / "verscheidenheid in eenheid" telkens op een andere wijze wordt belicht.
Schalks is beeldend kunstenaar en zijn kunstvormen hebben sterke wortels in de taal, staat in zijn artist statement. Hij zegt: "Mijn kunstwerken bevatten elementen die werden ontleend aan de directe omgeving, de plaatselijke cultuur of de lokale spreektaal. Bij het maken van mijn keuzes streef ik ernaar om die elementen op zoveel mogelijk niveaus met elkaar in overeenstemming te brengen; ze op één of andere wijze te laten 'rijmen'."
De eerste twee repetities waren deze week. "Het is echt een avontuur", zegt Schalks. "Ik weet niet waar het schip zal stranden." Ontzettend mooi vindt hij de overeenkomsten tussen klanken die in Someni tongo te horen zijn. "Bijvoorbeeld 'wan pipel' in het Sranan, 'Wan lö senbe nöö' in het Saramakkaans en 'wan pipili' in het Aucaans. Dat vind ik zo mooi."-.
(bron: ochtendblad De Ware Tijd, Cultuur, 6 november 2008)
BEELDSPRAAK/SPRAAKBEELD
Bewerking van het interview van Roué Hupsel met Arnold Schalks voor het SRS-radioprogramma Skrifiman taki. Opgenomen in Paramaribo op dinsdag 11 november 2008 en uitgezonden op maandag 17 november 2008 om 21:15 uur plaatselijke tijd.)
Roué Hupsel: Goedenavond, dit is Skrifiman taki. Ik heb op bezoek de heer Arnold Schalks, die bezig is met een uniek, fantastisch project: SOMENI TONGO. En waarover gaat het? Nou, als alles goed gaat zal op 22 november uit 48 kelen het gedicht 'Wan' (Eén) van Dobru weerklinken in zestien talen. Someni tongo is een project waarin poëzie en voordracht centraal staan. Het bekende gedicht van Robin Raveles, die leefde van 1935 tot 1983, zal simultaan worden voorgedragen in de talen Arowak, Aukaans, Chinees, Engels, Hindi, Ivriet, Javaans, Kariña, Libanees, Nederlands, Portugees, Saramakkaans, Sarnami, Spaans, Sranantongo en Trio.
Welkom Arnold. Hoe lang ben je al in Suriname?
Ik ben nu iets meer dan een maand in Suriname, maar ik was verleden jaar ook al in Paramaribo voor een eerste verkenning. Rotterdam en Paramaribo zijn zustersteden. Ik ben een Rotterdams beeldend kunstenaar en maak deel uit van het uitwisselingsproject ArtRoPa van het Rotterdamse CBK (Centrum Beeldende Kunst) en de Surinaamse FVAS (Federation of Visual Artists of Suriname). Mijn passie is poëzie. Ik werk als kunstenaar veel met taal en ik bereid me altijd voor op een project in het buitenland door daar wat over te lezen. Iemand had mij aangeraden om de Surinaamse dichter Shrinivasi te lezen. Ik heb in Nederland een verzamelbundel van hem gekocht en die heb ik aan boord van de KLM-Boeing gelezen. Ik was dermate onder de indruk, dat ik dacht: er moet hier vast meer zijn. Toen ben ik een beetje in de Surinaamse literatuur gedoken. Ik kwam erachter, dat hier veel boeken in eigen beheer worden uitgegeven, die nooit in Nederland verschijnen. Met andere woorden: hier lag voor mij een terrein braak om te verkennen. En dan kom je natuurlijk onvermijdelijk met Dobru in aanraking, want dat is wel een icoon van de Surinaamse poëzie. Toen ik verleden jaar terugging naar Nederland nam ik me voor iets met die poëzie te doen. En dat is het project SOMENI TONGO geworden.
Kun je daar iets meer over vertellen?
Ik heb 'Wan' gekozen omdat het het meest bekende gedicht in Suriname is, en ik werk vaak met dingen die herkenbaar zijn. Je moet niet iets vreemds meenemen, en dat hier planten. Je moet iets nemen, dat hier gegroeid is. Dat is die boom. Ik heb dat gedicht gelezen. Het is een sober gedicht. Extreem helder, met een ongelofelijk groot hart. Alles past erin. Ik las dat 'someni tongo', en ik dacht: misschien is het mogelijk om het gedicht in alle in Suriname gesproken talen te laten vertalen. Er waren al wat vertalingen, maar ik heb nog extra vertalingen laten maken door bijvoorbeeld Arman Karwofodi, Sapto Sopawiro en Nardo Aloema. Met dat basismateriaal ben ik op zoek gegaan naar mensen die die vertaling uit kunnen spreken. De bedoeling is, dat het gedicht wordt voorgedragen door een veeltalig, veeltongig spreekkoor. Gelijktijdig, dus niet apart. Niet eerst Kariña, dan Sranantongo, nee: allemaal tegelijk. En dat wil ik, omdat het thema van het gedicht 'verscheidenheid in eenheid' is. Ik heb het gedicht opgedeeld in vijf delen, waarin die verscheidenheid en die eenheid telkens op een andere manier wordt belicht.
Kun je dat uitleggen?
In het eerste gedeelte van de voordracht, het Biginpisi (begindeel) wordt het hele gedicht in de originele taal, het Sranantongo, door alle 48 sprekers gelijktijdig voorgedragen. In de muziek heet dat 'unisono'. Eén stem, dat is eenheid. In het tweede gedeelte, het Moksipisi (mengdeel), worden alle regels die met 'wan' beginnen in het Sranantongo uitgesproken en alle regels die met 'someni' of een ander telwoord beginnen in de eigen taal gesproken. Het is een soort stam die zich splitst, als een boom die takken krijgt. Het derde gedeelte is het Fayapisi (vuurdeel) waarin alle sprekers het gedicht in hun eigen taal voordragen. Iedereen zegt hetzelfde, maar dan wel gelijktijdig in zestien verschillende talen. Dat is verscheidenheid in eenheid. Het vierde gedeelte is het Teripisi (teldeel). Hierin wordt het gedicht gereduceerd tot zijn stam: de telwoorden 'wan', 'someni' en 'ala', en die worden voorgedragen in de eigen taal. In het laatste gedeelte, het Bakapisi (slotdeel), is de tekst weer gereduceerd tot de telwoorden 'wan', 'someni' en 'ala', maar nu spreken alle 48 sprekers die woorden gelijktijdig uit in het Sranantongo.
Het bijzondere bij de voordracht is, dat een regel in het Sranantongo een bepaalde lengte heeft, maar dat bijvoorbeeld de Javaanse vertaling van die regel veel langer is. De Javaanse sprekers hebben dus meer tijd nodig om hun zin uit te spreken dan de mensen die Sranantongo spreken. Om er nou voor te zorgen, dat de sprekers allemaal weer op tijd met de volgende regel beginnen heeft de dirigent, componist en muzikant Eldridge Zaandam een drumpartij gecomponeerd. Die wordt gespeeld door de percussionist Ernie Wolf. Eldridge heeft de leiding over het koor. Hij heeft de taak om dat veeltongig monster op het juiste spoor te houden.
Je hebt 48 sprekers nodig. Hoe ben je aan die mensen gekomen. Is dat moeilijk?
Dat klinkt moeilijker dan het is. Ik moet eerst zeggen, dat we nog niet voltallig zijn. Voor sommige talen is het moeilijk sprekers te krijgen, met name voor Libanees. Maar ik heb een aantal mensen aangesproken: Alida Neslo, Wonnie Karijopawiro, Henk Tjon, James Ramlall....
Het zijn klinkende namen.
Het zijn klinkende namen waarop ik ben afgestapt, en ik heb hen om telefoonnummers gevraagd van mensen die ik zou kunnen vragen om aan het project mee te doen. En dan blijken de lijnen in Suriname toch heel kort te zijn. Mensen kennen elkaar en weten ook van elkaar wat ze kunnen. Je hebt dus snel een concrete groep mensen bij elkaar. Dat werkt heel prettig. Natuurlijk moeten de puntjes nog op de 'i' worden gezet. Zals gezegd zijn we nog niet compleet. Een taal komt het beste tot zijn recht als de volumeverhouding in het spreekkoor klopt. We hebben nu één Mandarijn-sprekende Chinees, Daning Chen, en die kan in zijn eentje een hele groep van drie Chinezen vertegenwoordigen. Daarnaast blijkt het moeilijk om nog een Mandarijn-sprekende Chinees te vinden. Met hem kunnen we dus volstaan. Maar voor Libanees hebben we nog niemand. De zoektocht gaat door. We hebben in totaal zeven repetities waarvan er al drie zijn geweest. Omdat het uiteindelijk door de TV uitgezonden gaat worden, moet er wel voldoende gerepeteerd worden.
Hoe zijn de repetities verlopen?
Als je iemand voor een voordracht vraagt, bijvoorbeeld iemand die Portugees spreekt, en je laat haar dan gelijktijdig met iemand van een andere taal spreken, dan vraagt die persoon: "Waarom nou niet iedere taal op z'n beurt? Waarom nou alles tegelijk?" Dan moet ik dat uitleggen. Ik wil dat alle talen gelijktijdig klinken, omdat iedereen hetzelfde bedoelt maar het op een andere manier zegt. Someni tongo is dan ook een kunstwerk. Het is een andere manier om met een gedicht om te gaan. Het is geen gewone voordracht, waarbij mensen op het toneel staan en de tekst afwerken. Ik heb dat meermaals moeten uitleggen.
Wordt zoiets voor het eerst op de wereld opgevoerd?
Ik las in de nieuwsbrief van de Schrijversgroep 77, dat een dergelijk idee al een keer door Eddy van der Hilst is uitgevoerd in Tori Oso, maar ik denk dat dat om een andere reden was. Het verschijnsel simultaanvoordracht stamt uit de Dada-tijd. Het was bedoeld als provocatie. Je had de reguliere voordrachtskunst, de retoriek, en de dadaïsten wilden die traditie doorbreken. Ze gingen dus door elkaar praten. Niet omdat ze dat nou zo geweldig vonden, maar omdat ze mensen op de kast wilden jagen. Mijn motief om dat principe op 'Wan' toe te passen is een andere.
Wat ik zo mooi aan het gedicht van Dobru vind, is dat het op het eerste gezicht simpel lijkt, iets dat gemakkelijk moet zijn gemaakt. Maar als je er beter naar kijkt zie je een ontzettend inventief, geraffineerd gedicht. Ik heb het met respect ontleed en ik heb geprobeerd daarvoor een juiste verbeelding te vinden. Someni tongo was voor mij een uitgangspunt. Als je zovele talen hebt, heb je ook mensen nodig die die talen spreken. En als die mensen daar dan staan worden 'someni prakseri', 'someni wiwiri', 'someni skin' maar ook 'wan pipel' ineens zichtbaar. Dan staat daar een sculptuur. De perfecte verbeelding van het gedicht. En daar ben ik als beeldend kunstenaar mee bezig.
Je sprak vooraf over de Palmentuin als plaats van uitvoering, maar de STVS gaat ook medewerking verlenen?
Pas sinds gisteren weet ik, dat de voordracht rechtstreeks door de STVS vanuit de studio zal worden uitgezonden op 22 november. Maar aanvankelijk was het mijn plan, om de voordracht onversterkt tussen de palmen in de Palmentuin uit te voeren. 'Wan bon' tussen de bomen. Dat rijmt, en dat maakt die omgeving geschikt. Maar een uitvoering in de Palmentuin betekent ook een beperkte verspreiding. We zouden dan maar een klein publiek bereiken. En er zijn waarschijnlijk ook acoustische problemen. De wind zou verkeerd kunnen staan en het geluid de verkeerde kant opwaaien. Er kan een kokosnoot of een blad vallen, het kan gaan regenen. Je hebt kortom weinig controle over de uitvoering. Nu we weten, dat de STVS de voordracht uitzendt, heb ik voorgesteld om de voordracht alleen voor het plezier nog een keer met de hele groep in de Palmentuin te herhalen, op 29 november. Gewoon voor diegenen die daar toevallig aanwezig zijn. Om het gevoel van die historische plek te hebben. Maar voor het bereik is het beter om het project op TV te hebben. Bovendien kun je van de registratie een goede DVD maken, en die verspreiden.
DVD in doos met boekje. Oplage: 54 exemplaren. Uitgereikt aan deelnemers, belanghebbenden en sponsors.
Om even terug te komen op jouw persoon, Arnold Schalks. Kun je iets meer over jezelf vertellen? Hoe je bent begonnen?
Ik ben een zogenaamd conceptueel kunstenaar. Dat betekent, dat ik dus niet eerst een doek, verf en een potlood pak om te werken. Ik ga eerst denken. Daardoor krijg ik een idee, en met dat idee ga ik dingen maken. Ik ben gefascineerd door taal. Ik heb eigenlijk altijd met vertalingen en verbeeldingen van die vertalingen gewerkt. Ik ben ook een beetje een taalwetenschapper.
Ik proef daaruit, dat je houdt van nieuwe dingen, van experimenteren.
Ik hou van spelen. Er is zoveel speelruimte, en daar wordt zo weinig gebruik van gemaakt. Bijvoorbeeld in het gedicht van Dobru. Daar zit zoveel ruimte in. Ik zal het anders zeggen. Als je teveel naar een ding kijkt, dan kan het daardoor verdwijnen. Soms moet iemand anders een blik op dat ding werpen om het weer zichtbaar te maken. Ik denk dat het gedicht van Dobru door de voordracht opnieuw kan worden gezien. Het herleeft. Weliswaar vanuit mijn Nederlandse blik. Maar het herleeft in een uitvoering die geheel in handen is van Surinamers.
Versta je Sranantongo?
Ik doe mijn best. Als u langzaam praat, dan gaat het. Ik kan het meestal wel begrijpen als ik het gedrukt zie. Dan heb ik ook alle rust om het te analyseren. Maar spreken, nee, dat lukt niet.
Maandag 17 november 2008 is een belangrijke dag.
Ja. We repeteren met het koor op maandagavonden en woensdagavonden. Eén van die maandagavonden, 17 november, is de vijfentwintigste sterfdag van Robin Raveles. Ik heb besloten het bestuur van de Dobru-Raveles stichting uit te nodigen om die repetitie bij te wonen. Dat wordt een plechtige aangelegenheid. Het is belangrijk om Dobru te herdenken. Maar zijn gedicht is ook een visioen. Het werpt een blik vooruit, naar een Wan sranan, dat er nog niet is, maar misschien nog zal komen. Het is een optimistisch gedicht. En dat moeten we vieren.
Zijn de deelnemers enthousiast?
Ze zijn heel trouw, en daar ben ik ze heel erg dankbaar voor. Ik vind het heel belangrijk dat de mensen zich bij het project betrokken voelen.
Ja, het is een uniek project. Ik hoop dat je heel gauw die Libanese sprekers zult vinden.
SPECIAAL TINTJE AAN REPETITIE OP 25STE STERFDAG DOBRU
Yvonne Raveles praat nog wat na met Henry Strijk die de live-uitzending zaterdag op STVS zal verzorgen. Op de achtergrond staat Arnold Schalks.-. dWT foto/Werner Simons
door Bonnie van Leeuwaarde
PARAMARIBO - De repetitie maandag van 'Someni tongo' had een speciaal tintje; het was namelijk de 25ste sterfdag van de dichter Dobru. Zijn weduwe Yvonne Raveles woonde de repetitie in Naks ook bij en kreeg aan het eind een manjaboompje aangeboden van Arnold Schalks.
Hij nam het initiatief om het gedicht 'Wan' van Robin Raveles in zestien talen te laten voordragen en noemde het project 'Someni tongo'. Het resultaat is zaterdag 22 november om 12 uur 's middags live te zien via de STVS. Onder leiding van dirigent Eldridge Zaandam en op het ritme van percussionist Ernie Wolf barstten in de talen Sranan, Nederlands, Sarnami, Hindi, Javaans, Arowak, Trio, Kariña, Mandarijn, Spaans, Portugees, Ivriet, Libanees, Saramaccaans, Aukaans en Engels de woorden van het gedicht los. Yvonne Raveles vond het prachtig klinken.
Een Kariña-spreekster uit het stemmenkoor ook. "Ik krijg elke keer kippenvel als we het voordragen", zegt ze. 'Someni tongo' is een community project van de Rotterdamse beeldend kunstenaar Arnold Schalks, waarbij poëzie en voordracht centraal staan. "Ik zie mezelf als de bougie in de motor, maar de motor is honderd procent Surinaams."
Het project maakt deel uit van het Surinaams-Nederlandse culturele uitwisselingsproject ArtRoPa, een initiatief van het Rotterdamse Centrum Beeldende Kunst (CBK) en de Federation of Visual Artists in Suriname. 'Someni tongo' (zoveel aan talen) is een regel uit het gedicht 'Wan'. Schalks verwerkte de zestien vertalingen in een vijfdelig arrangement voor spreekkoor. In elk deel spreken de zestien stemgroepen (voor elke taal één) hun versies gelijktijdig uit.
Suriname heeft een enorm cultureel erfgoed, maar veel is nog niet op papier, zegt Raveles. "Daarom hebben we gezegd, we doen het." De R. Dobru Stichting schonk 1.000 Surinaamse dollar voor het project. Verdere onkosten, zoals de vergoeding voor het spreekkoor, de dirigent en drummer, oefenruimte, reiskosten, catering, kopietjes enzovoorts, worden vergoed door het CBK.
Raveles bedankte het spreekkoor, de dirigent, percussionist en initiatiefnemer. "We hebben hier geschiedenis geschreven. En ik zie de man die dit gedicht geschreven heeft, glimlachen. En ik hoor hem zeggen: dank je wel." 'Someni tongo' zal op zaterdag 29 november éénmalig worden herhaald in de Palmentuin.-.
(bron: ochtendblad De Ware Tijd, Cultuur, woensdag 19 November 2008)
VOORDRACHT WAN IN SOMENI TONGO BOEIT AANWEZIGEN
Eldridge Zaandam begeleidt de 43 deelnemers van de openbare voordracht Someni Tongo op de drum. Het gedicht Wan van Dobru wordt er in zestien talen opgezegd.-. dWT foto/ Stefano Tull
door Claudine Saaki
PARAMARIBO - De voordracht in de openbare ruimte van het gedicht Wan in het project Someni Tongo heeft zaterdag in de Palmentuin plaatsgevonden. 43 deelnemers van verschillende bevolkingsgroepen brachten het gedicht op een unieke manier in zestien in Suriname gesproken talen. Dirigent Eldridge Zandaam
Het gedicht van Dobru was herleid tot vijf delen, namelijk de Biginpisi, de moksipisi, de fayapisi, de teripisi en de bakapisi. Het spannendste gedeelte, waar alle 43 deelnemers het gedicht in verschillende talen voorgedroegen, verraste de aanwezigen. In de talen Arowak, Aukaans, Chinees, Engels, Frans, Hindi, Ivriet, Javaans, Kariña, Libanees, Nederlands, Portugees, Saramakkaans, Sarnami, Spaans en Sranan werd het gedicht gelijktijdig voorgedragen.
Toeschouwster Aidah Jessurun vindt het een fantastisch initiatief, maar de opkomst vond zij zwak. "Het kan wel een nationaal gedicht worden. Want dit is gewoon iets wat de hele bevolking eens zou moeten zien, zodat men in eenheid met elkaar gaat leven", zei Jessurun. "En dit zou vaker moeten gebeuren." Josien Aloema was een van de spreeksters in het Kariña. Zij vond het hele ervaring. "Ik kreeg kippenvel van de stemmen en verschillende talen. Het gedicht spreekt vanzelf, het is niet een gedicht dat zomaar geschreven is. 25 jaar na het overlijden van Dobru is zijn wens voor dit gedicht toch uitgekomen: Someni Tongo. En dat is de bewustwording van het uitdragen van eenheid. We hebben het vandaag bewezen", aldus Aloema.
Yvonne Raveles, de weduwe van dichter Robin Raveles, zei in het slotwoord dat er al een eenheid is, maar alleen moet er meer body aan gegeven worden. Raveles: "Dus we moeten nu eraan gaan werken zodat die eenheid in stand blijft." Alle deelnemers kregen van de R. Dobru Raveles Stichting een kaart met het gedicht van Dobru er op in de taal waarin zij deelnamen aan Someni Tongo. Het project was op 22 november al live uitgezonden vanuit de studio van STVS. Van initiatiefnemer Arnold Schalks, die gefascineerd is door de Surinaamse poëzie, kregen zij een dvd met daarop die uitzending.-.
(bron: ochtendblad de Ware Tijd, Cultuur, maandag 1 december 2008)