779 NAWOORDEN

Helena Weijl, Joseph Michael Weijl, Judith Weijl, Hanna Weijl, Alida Weijl, Westerbork, Sobibor, Auschwitz, Holocaust, Stolpersteine, Wout Duijndam, Hennie Stouten, gemberbolussen, Louis Weijl, Anne Gertrud Wittkus, Bakkerij Weijl, Kloksteeg 3, Leiden, Michael Joseph Weijl, Klaartje Kan, Arnold Schalks

uitgesproken bij de steenlegging voor de voormalige bakkerij aan de Kloksteeg 3
© Taco van der Eb

Hartelijk welkom allemaal in de Kloksteeg.

Dank, dat jullie gekomen zijn om – samen met mij – Helena, Joseph Michael, Judith, Hanna en Alida Weijl te herdenken.

Voordat ik begin, vraag ik jullie begrip voor de verwarring in mijn kort betoog. Toch pást die verwarring, als je de omstandigheden bedenkt, waarin degenen die we hier herdenken, ongewild terechtkwamen. Mijn gedachtengang maakt sprongen in ruimte en tijd, slaat zijwegen in, laat hoofdzaken en bijzaken stuivertje wisselen. Maar wees gerust, uiteindelijk houdt alles met alles verband.

Mijn naam is Arnold Schalks. Mijn relatie met de familie Weijl is een indirecte, maar geen toevallige.

13 jaar, 4 maanden en 11 dagen na de moord op de vijf mensen waarvoor wij hier staan, werd ik op het Pieterskerkhof nummer 2 – direct om de hoek van deze steeg – geboren. Ik leerde de geschiedenis van de familie Weijl kennen door het onderzoek dat ik deed voor een literair projekt.

Het Stolperstein-projekt is – net als zo veel van mijn projekten – een zijpad dat een hoofdweg werd. Mijn aanvraag voor de plaatsing van vijf Stolpersteine stamt uit 2018. Toen er, na een wachttijd van ruim twee jaar, een datum voor de steenlegging in zicht kwam, besloot ik om het Weijl-dossier weer eens op te pakken. Door het contact met verwanten kwam ik informatie op het spoor, die het beeld veranderden van de brave bakker, die als enige bakker in Leiden officieel toestemming had om op zondagen vers brood te verkopen.

Zo kwam ik erachter, dat er 73 jaar geleden – in 1948 – drie jaar na de bevrijding, een tribunaal plaatsvond tegen de Leidse lakenfabrikant en N.S.B-er Adriaan Krantz. Krantz werd beschuldigd van het leveren van uniformstof aan de Duitse weermacht en het verlenen van steun aan de vijand. Eén van de stukken die ter tafel kwamen was een brief, die Krantz in oktober 1942 stuurde aan de Duitse Rijkscommissaris. Daarin schrijft hij te weten, dat Leidse studenten en professoren, na de door de bezetter afgedwongen sluiting van de Universiteit, doorgingen met illegale colleges en examens. In zijn brief noemde Krantz nadrukkelijk de naam van Joseph Michael Weijl, in wiens huis de geheime samenkomsten zouden worden gehouden én het wachtwoord: "Alles sal reg kom”. De brief leidt tot huiszoekingen in het pand aan de Kloksteeg. (Klik voor meer informatie op de link 'Nader onderzoek' in het menu-venster links.)

300 jaar geleden was de, op zichtafstand van hier gelegen Leidse universiteit al een bolwerk van vrijheid. Het verlichte gedachtengoed van wetenschappers als Herman Boerhaave trok naar licht smachtende geesten uit alle windstreken aan. Eén van die geesten was de Franse student medicijnen Julien Offray De La Mettrie. Na bij Boerhaave in de leer te zijn geweest, keerde hij enthousiast terug naar Parijs, waar hij de verhandelingen van zijn leermeester in het Frans vertaalde en uitgaf, met als gevolg dat hij een carrière aan de Franse Académie wel op zijn buik kon schrijven. Ontgoocheld vertrok hij naar Leiden, waar eind 1747 zijn boek ‘L'Homme Machine’ oftewel ‘De Mens een Machine’ verscheen. ‘L'Homme Machine’ is een radicaal pamflet waarin De La Mettrie de toentertijds gangbare theorie dat dieren automaten zijn, doortrok naar de mens. Net als het dier is de mens een automaat, alleen is de Machinemens een beetje ingewikkelder. Omgekeerd, zo concludeerde hij, is de Machinemens tot elke dierlijkheid in staat. De reacties waren niet mals. De eerste druk van ‘l'Homme Machine’ belandde op de brandstapel en de uitgever moest voor de rechter verschijnen. De La Mettrie dook onder en vluchtte naar Berlijn.

185 jaar later, in 1933, stookte in datzelfde Berlijn een Machinemens een vuurtje op, dat hij en zijn 'bevel-is-bevel'-automaten zorgvuldig aanjoegen totdat zes jaar later de halve wereld in brand stond. Het is diezelfde Machinemens die het onbeduidende en marginale karrenspoor naar Auschwitz en Sobibor tot een hoofdverkeersader verbreedde.

Het is zuur, dat Joseph Michael in februari 1943 het aanbod van een verzetsman voor een onderduikadres voor hem en zijn zussen afsloeg. Hij was ervan overtuigd dat de oorlog snel voorbij zou zijn: ‘Alles sal reg kom.’ Maar het kwam niet reg.

Nu, na precies 78 jaar van stilte en kilte is het tijd voor spreekwoordelijke warmte. Vandaag brengen we de namen van de vier verdwenen zusters en hun broer onder in het woord ‘thuis’, en markeren we die plek met vijf symbolische obstakels die ons - en straks de passanten van de Kloksteeg - met onze hedendaagse doorgangsneuzen op de geschiedenis zullen drukken.

Telkens weer geschokt door het besef, dat ik inmiddels ouder ben dan zij ooit zullen worden, vraag ik jullie met mij te herdenken:

Helena Weijl - 60 jaar

Joseph Michael Weijl - 57 jaar

Judith Weijl - 56 jaar

Hanna Weijl - 52 jaar

Alida Weijl - 50 jaar