bijdrage 3 / KRASLOT

MP3-bestand

bestandsgrootte: 4,5 MB / duur: 1:57


Het is niet leuk om altijd maar de kleinste te zijn. Altijd vooraan in de rij. En dat terwijl mijn voor- en achternaam allebei met een 'v' beginnen. Dan heb ik toch ook wel eens recht op een plekje achteraan de rij? Kan ik eindelijk een beetje wegdromen in de klas.
Meester was wel erg erg jolig vanochtend. Hij sloop op zijn tenen het lokaal binnen, wapperde met een papiertje en stopte het weer vlug in zijn zak. Nadat hij zogenaamd wantrouwig om zich heen had gekeken, fluisterde hij: "Een getal onder de tien".
Zijn zoekende wijsvinger rustte tenslotte op mij. Hij keek me uitdagend aan. Ik begreep dat dat papiertje werd verloot en dat ik als kleinste van de klas weer eens als eerste mocht raden. In zo’n geval is het overigens wel weer handig om klein te zijn.
Maar mijn 'twee' bleek helaas niet te winnen. De 'neugen' en 'drie' van mijn buurjongens evenmin. Wint die gek, drie bankjes verderop, dat papiertje met '11'. Nou moe! Kan hij niet tot 10 tellen?
Beetje flauw van de meester om hem te laten winnen. Zo’n jongen zal later wel anarchist of kunstenaar worden.
Maar wat dat papiertje betreft: Dat bleek achteraf toch waardevoller dan gedacht. Het was het bankbiljet dat diende als eerste zakcentje van Karl Marx. Kan wel zo zijn hoor, maar dat is mij net iets te conceptueel. Als je het mij vraagt was het dan ook een goede zet van die jongen om die flap later met Noud Wellink te ruilen voor een kraslot van het ministerie van oc en w!