INTRODUCTIE

Arnold Schalks, 2007, Vier, Keturi, muziektheater, Cora Schmeiser, Johan van Kreij, Nicoleta Chatzopoulou, Daniël Hamburger, Boudewijn Tarenskeen, Nicole Beutler, Henk van der Geest, het instituut Lichtontwerpen, Theater Adhoc, Suite Muziekweek, Muziekgebouw aan ‘t IJ, Amsterdam, Agnija Seiko, Festival voor Hedendaagse Kunst PLArTFORMA, Klaipeda, Litouwen, Litauen, Lithuania

Uitnodiging (ontwerp: Arnold Schalks)

'VIER' is een muziektheatervoorstelling van en door de sopraan Cora Schmeiser, met als uitgangspunt de vier temperamenten*. VIER componisten kregen de opdracht een bijpassend werk te schrijven voor stem solo, gedeeltelijk met electronica. Met haar stemgebruik - soms voor melodische zanglijnen, soms voor gesproken teksten, voor recitatieve elementen of voor puur geluid - schetste Cora de werking van onze innerlijke saphuishouding. De bezoeker werd een blik gegund in een akoestisch laboratorium voor emotionele chemie.

Programma:

"Stilte voor de stem" / Johan van Kreij / 2007, wereldpremière
"winter.moon." / Nicoleta Chatzopoulou / 2007, wereldpremière
"Bloß nicht stillhalten" / Daniël Hamburger / 2007, wereldpremière
"Improvisatie" / Cora Schmeiser / 2007, wereldpremière
"Tosca (Eine Masterclass für Sängerin und Publikum)" / Boudewijn Tarenskeen / 2007, wereldpremière

Bezetting:

Cora Schmeiser / sopraan
Johan van Kreij en Nicoleta Chatzopoulou / elektronica

Cora Schmeiser werd bij de vormgeving van de voorstelling ondersteund door Nicole Beutler (choreografe), Henk van der Geest (lichtontwerper) en Arnold Schalks (beeldend kunstenaar).

 

Arnold Schalks, 2007, Vier, Keturi, muziektheater, Cora Schmeiser, Johan van Kreij, Nicoleta Chatzopoulou, Daniël Hamburger, Boudewijn Tarenskeen, Nicole Beutler, Henk van der Geest, het instituut Lichtontwerpen, Theater Adhoc, Suite Muziekweek, Muziekgebouw aan ‘t IJ, Amsterdam, Agnija Seiko, Festival voor Hedendaagse Kunst PLArTFORMA, Klaipeda, Litouwen, Litauen, Lithuania

Programma (ontwerp: Arnold Schalks)

 

* Het onderscheid van de vier temperamenten stamt uit het Oude Griekenland. Hippokrates meende, dat de lichamelijke en geestelijke toestand (het temperament) van een mens verklaard kan worden uit het (on-)evenwicht en de wisselwerking tussen vier lichaamssappen: bloed (sanguis), gele gal (cholè), zwarte gal (melancholè) en slijm (phlegma). Een teveel aan slijm zou een flegmatisch of kalm temperament tot gevolg hebben; een teveel aan bloed een sanguïnisch of optimistisch, gepassioneerd temperament; een teveel aan gele gal een cholerisch of prikkelbaar, opvliegend temperament; en een teveel aan zwarte gal een melancholisch, depressief temperament. De innerlijke saphuishouding van een mens kan uiterlijk worden afgelezen aan zijn houding, motoriek, mimiek en gedrag. De affectenleer van de baroktijd grijpt terug op dit onderscheid van temperamenten, en onderzoekt hoe en waarom een muzikaal affect, naast een fysieke reactie, ook een effect op de ziel teweeg kan brengen. Muziek ‘vervoert’ de luisteraars naar een gemoedstoestand en is in staat hen onderweg emotioneel uit balans brengen. De affectenleer experimenteert met combinaties van tempi, ritmes, toonsoorten, intervallen en instrumentatie om voorafbepaalde gemoedstoestanden op te wekken, ze te manipuleren.