Klik hier om 'ZES EN TWINTIG' in pdf formaat te downloaden./ Bestandsgrootte: 280 KB / INDELING: pagina 1-18: binnenwerk (dubbelzijdig) / pagina 19: omslag. © 1994, Rotterdam, Arnold Schalks.
Klik hier om 'ZES EN TWINTIG' in .EPUB formaat te downloaden / Bestandsgrootte: 326 KB / 30 pagina's. / © november 1994, Rotterdam, Arnold Schalks.
1.
Wie een woord vergeet
verliest datgeen waarnaar het verwijst.
Wie een woord bedenkt
verwerft datgeen waarnaar het verwijst.
Wie zinnen bouwt
verwerft onsterfelijkheid.
2.
Zachtjes nu
het luik staat op een kier.
Spoedig dringen we binnen
in de kruipruimte tussen schrift en dingen.
Maar verzuim niet eerst hier
uw woorden af te geven
en te oliën het scharnier
van uw zinnen.
3.
TAFELRONDE
De tafel met de daaromheen
geschikte stoelen vormt de kom
waarin de lucht straks zijn beslag zal krijgen.
Maar eerst is de lucht alleen
stom.
4.
Mijn hand bedekt de delta.
Wijsvinger stroomafwaarts.
Water stroomt in water.
De monding praat haar mond voorbij.
In de lus van de voorlaatste meander
vraagt mijn lijf een loods langszij.
5.
Bij het jutten
een aangespoelde tong
de papillen nog duidelijk te onderscheiden
lispelend
zee en zee
zijn schelp raap ik op
houd hem aan mijn oor
en hoor een betoog
uit het etui van de evolutie.
6.
Hoe lang ook de strofen worden ondergehouden
- de regels kopje onder -
telkens komt het woord
ik weer bovendrijven
hout is zo.
7.
Ik wil de bomen leren kennen aan hun namen
net zolang tot ik even vanzelfsprekend thuis ben
in mijn hoofd als aan mijn sleutelbos.
8.
In de sluis van sluimer waar tijd
en tijd de deur stut
die hen scheidt wordt wakkergeschut.
9.
Het zoete water hoe
voegt zich moeiteloos
naar elk extract.
10.
Het tijdstip ik
aan de rede wordt gevierd
ik ga onder
kom weer vlot
ga onder
kom wonder boven wonder
niet altijd het gevolg
in de hekgolf
van de tijd te zijn.
11.
SEVRES
Vraag het kind kwijt
een vondst op ooghoogte
een feit op glazen schaal
elke wending gewogen
doet de afstand slijten
terwijl geen woordlengte
de meter slijt.
(voor L.)
12.
De zon is een raam op de dag.
De dag is een ruif.
13.
Gerust.
Vertel de regen:
Ik snij reepjes stilte
in de lucht.
Als singel bevat
begrijp ik het motief
waarop een singel berust.
14.
Het lijnstuk ik
met stootkussen
aan hoofd en voeteneind.
Het hart daartussen
als richtsnoer om de mond
de mond te sussen.
15.
REISGENOOT
Verschaf het hart een onderstel.
attractie door vier en wind bewogen.
Als het vermogen in onze pols lag
kaatsten we dagelijks kriskras
in de vierkant bewogen dag.
(voor C.)
16.
Verder het hart
vertrek van keer op keer
last leestekens in het vooruit.
Voorzie het ooglid
dat met elk besluit van de voorruit
neerslag schrapt.
17.
Long de tent
de binnenstebuiten jas van buiten
daaronder.
Wind mag afstropen
de lange pijpen van het water
ik heb slaap op alle hoeken vastgepind
ogen op de weerhaak staan
de ronde, de angst op het strakke koord gedaan.
Wind in de la
naar mij kun je fluiten.
18.
Met de macht een nacht op zak
sluit ik mijn ogen als mijn rits
de slaapzak het gloren van onder
tot boven mij haastig openritst.
19.
Voet op de morene
hier ligt de waarheid
voor dagbouw braak.
Hoe licht de steen te keren
zijn inwendig tollen werd stellig
door stolling tot stand gebracht.
Stellend: het verste oosten
is het naaste westen of:
het elastiek van de zwaartekracht.
Welke hardere wet wordt
gruis in de vijzel
sentiment in de oksel
van het massief
ingebed.
20.
Uw denken bevindt zich
hier licht u in als de nacht
schijnbaar een verlaagd plafond voorschrijft
als met elk krasje zon een nieuwe plattegrond
over de dingen schuift uw legende
uw bedenken vindt zich hier.
21.
Hoogste tijd
maak een overslag
wat baten wat kosten is
ik kom voor de dag voorkomt
vermijdt een bekentenis.
22.
Kom eens om
een ladder die
verder reikt dan
mijn twee benen
en de binnenkant
van mijn bijgeloof.
23.
De rechtlijnige tijd
in het rond gedwongen
de tredmolen van het moment.
24.
Draaien
lief vliegwiel straks
om de onbewogen as
met de klok mee
de moeren mee vast?
25.
Hebben we
zingend scherp
een solide steel
een uitgelezen blad
een engel
voor de bijl.
26.
Alles dat is gemaakt
vorm of klank heeft gekregen
is er onloochenbaar
aan de natuur en de geest de taak
alles weer af te breken
de cyclus volmaakt.